Buitenwater, kraan- en hemelwater, en niet te vergeten waterlanders, dit alles behoort tot het onderwerp waar dit nummer van Kunstschrift aandacht aan besteedt: de vorm, de kleur, het gedrag en de textuur van water in de kunst.
Jeroen Stumpel Water verven, pp. 12-21
Roelof van Gelder Het zilte genre, pp. 22-27
Joseph Imorde Tranen met tuiten, pp. 28-33
Ron Kaal Steno van de tekenaar, pp. 34-39
Mariëtte Haveman De bevroren plons, pp. 40-45
Tomoko Murayama & Louis van Tilborgh Het regent, pp. 46-51
Openbaar kunstbezit Frits Scholten over "Kerstken Woetz heff dyt belt gehemackt"; Bram de Klerck over Rogier van der Weijden tussen Boston en Berlijn; Judith Wesseling over Zeshonderdzestig liter water per minuut; Ann-Sophie Lehmann pver De dansende lijn van Erich Kästner en Walter Trier; Peter Hecht over Zwerfkeien. Ongewone eenlingen in het openbaar kunstbezit; Annemiek Overbeek over Waterwerken.