Hoe verhouden moderne kunstenaars zich tot hun voorgangers? Een simpele vraag met een kaleido-scopisch antwoord waaruit blijkt dat het afwegen een kernprincipe vormt in de moderne kunstgeschiedenis.
Mariëtte Haveman Oud in een strakke nieuwe coupe, pp. 2-7
Carel Blotkamp Van alle tijden en toch eeuwig jong, pp. 8-19
Carel Blotkamp Duetten in het Mauritshuis, pp. 20-29
Gijs Frieling Thomas Hirschhorn in Pompeii, pp. 32-33
Jenny Reynaerts Toeval of opzet? Rembrandt en Degas, pp. 34-37
Terry van Druten De boom en het meisje. Claude Lorrain en Rineke Dijkstra, pp. 38-41
Peter Hecht Stralend en troostend. Vincent van Gogh over Carel Fabritius, pp. 42-45
De Keus van Kunstschrift over o.a. het MAS in Antwerpen, Eveline van Duyl in Beelden aan Zee, Elmgreen & Dragset in Rotterdam en het dagboek van Aby Warburg van zijn reis door Italië.